Het risicoprofiel bestaat uit de volgende onderdelen: de renterisico’s op de vlottende en vaste schuld, kredietrisico op de uitgezette middelen, koersrisico, liquiditeitsrisico, debiteurenrisico en valutarisico. In de huidige situatie is alleen sprake van de twee eerstgenoemde risico’s.
Renterisico's
Renterisico’s kunnen worden onderscheiden in:
- renterisico van de vlottende schuld (de kasgeldlimiet) en
- renterisico van de vaste schuld (de renterisiconorm).
Kasgeldlimiet
De kasgeldlimiet is het maximumbedrag waarvoor we kortlopende financieringsmiddelen (looptijd < 1 jaar) kunnen aantrekken. De kasgeldlimiet stelt daarmee een grens aan het te lopen renterisico op de korte schuld. Als we de kasgeldlimiet overschrijden moeten we overgaan tot omzetting naar langlopende schulden (looptijd > 1 jaar). We stellen de kasgeldlimiet jaarlijks vast. De kasgeldlimiet heeft een omvang van 8,5% van het begrotingstotaal aan lasten. In onderstaande tabel staan de gegevens vanaf 2023. Voor 2023 betekent dit dat we tot een bedrag van € 6,3 mln met kort geld mogen financieren.
Toetsing kasgeldlimiet 2023
Kasgeldlimiet | 2023 | 2024 | 2025 | 2026 |
---|---|---|---|---|
Omvang begroting | 74.452 | 77.027 | 78.060 | 74.537 |
Toegestane kasgeldlimiet | ||||
In % van de grondslag | 8,50% | 8,50% | 8,50% | 8,50% |
In bedrag | 6.328 | 6.547 | 6.635 | 6.336 |
Renterisiconorm
Net als bij de korte schuld is het vermijden van grote fluctuaties in de rentelasten als gevolg van renteschommelingen bij lange financieringen een belangrijk uitgangspunt. Om de effecten van deze schommelingen te beheersen is in de wet Fido de renterisiconorm opgenomen. Deze norm
heeft tot doel renterisico’s op de vaste schuld te beheersen door het aanbrengen van een spreiding in de looptijden van de leningenportefeuille. Door de langlopende financiering te realiseren binnen de kaders van de renterisiconorm beheersen we het renterisico van de langlopende schuld op verantwoorde wijze. In de volgende tabel staan de renterisico’s met betrekking tot de vaste schuld.
Toetsing renterisiconorm 2023
Uit onderstaand overzicht blijkt dat onze gemeente in de komende jaren ruim binnen de gestelde normen blijft.
Renterisiconorm | 2023 | 2024 | 2025 | 2026 |
---|---|---|---|---|
Berekening renterisico | ||||
Renteherzieningen | 0 | 0 | 0 | 0 |
Verplichte aflossingen | 5.292 | 5.201 | 5.201 | 5.047 |
Renterisico op vaste schuld | 0 | 0 | 0 | 0 |
Renterisiconorm | ||||
Begrotingstotaal | 74.452 | 77.027 | 78.060 | 74.537 |
Vastgestelde % gemeenten | 20% | 20% | 20% | 20% |
Renterisiconorm | 14.890 | 15.405 | 15.612 | 14.907 |
Toetsing renterisiconorm | ||||
Renterisiconorm | 14.890 | 15.405 | 15.612 | 14.907 |
Renterisico op vaste schuld | 0 | 0 | 0 | 0 |
Ruimte + / overschrijding - | 14.890 | 15.405 | 15.612 | 14.907 |
Kredietrisico
Kredietrisico’s ontstaan enerzijds door het verstrekken van leningen en anderzijds door het verstrekken van gemeentegaranties. Het Treasurystatuut bepaalt dat uitzettingen en garanties alleen tot stand komen als zij een publieke taak dienen. Bij het beoordelen van verzoeken om leningen of garanties gaan we in elk geval na of voor de sector waarin de organisatie werkzaam is een zogenaamd waarborgfonds bestaat.
Bij onze gemeente kan zich een kredietrisico voordoen bij de geldleningen aan NUON,
Vitens N.V. en een aantal verenigingen. De aan ambtenaren verstrekte geldleningen zijn voorzien van een hypothecaire zekerheid.
Renteschema
Renteschema (x € 1.000) | 2023 | 2024 | 2025 | 2026 | |
---|---|---|---|---|---|
Externe rentelasten lange financiering | a1 | -1.777 | -1.580 | -1.387 | -1.197 |
Externe rentelasten korte financiering | a2 | -10 | -10 | -10 | -10 |
A | -1.787 | -1.590 | -1.397 | -1.207 | |
Externe rentebaten over de korte en lange financiering | b | 42 | 36 | 31 | 26 |
Saldo externe rentelasten en rentebaten | B | -1.745 | -1.554 | -1.366 | -1.181 |
Doorberekende rente aan de grondexploitatie | c1 | 398 | 380 | 310 | 222 |
Doorberekende rente van projectfinanciering aan taakvelden | c2 | 416 | 423 | 433 | 450 |
De rentebaat van doorverstrekte leningen | c3 | ||||
Aan taakvelden toe te rekenen externe rente | C | 814 | 803 | 743 | 672 |
Rente over eigen vermogen | d1 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Rente over voorzieningen | d2 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Aan taakvelden toe te rekenen interne rente | D | 0 | 0 | 0 | 0 |
Totaal aan taakvelden toe te rekenen rente via renteomslag | E=A+B+C | -931 | -751 | -623 | -509 |
Werkelijk aan taakvelden toegerekende rente via renteomslag | F | 968 | 1.142 | 1.110 | 1.071 |
Renteresultaat op het taakveld Treasury | G=E+F | 37 | 391 | 487 | 562 |
Uit bovenstaand schema valt het volgende op te maken:
1. De totale rentelasten over de huidige leningen bedragen € 1.777.000
2. Om in 2023 alle uitgaven te kunnen betalen verwachten we geen lang geld te hoeven lenen. De rentelasten rekening-courant wordt begroot op € 10.000.
3. De totale rentebaten worden begroot op € 42.000 zodat de netto rentelast € 1.745.000 bedraagt.
4. Een bedrag van € 398.000 wordt toegerekend aan de grondexploitaties (2,5% over boekwaarde ), inclusief de Zandwinning Beuningse Plas.
5. Een bedrag van € 416.000 wordt als rente projectfinanciering doorbelast naar de taakvelden riolering en afval (annuïtair)
6. De resterende netto rentelast bedraagt € 931.000. De boekwaarde van de activa bedraagt 1/1 € 38.705.000
7. De omslagrente is 2,41 %, in de begroting is gerekend met een begroot omslagpercentage van 2,5%.
8. Het renteresultaat bedraagt € 37.000 (het verschil tussen de 2,5% en 2,41%). Dit bedrag komt ten gunste van het begrotingssaldo.
Beleggingen
Dit zijn beleggingen als gevolg van deelnemingen in de vorm van aandelen. Voor 2023 gaat het om deelnemingen in onderstaande partijen.
Beleggingen | Aantal aandelen | Boekwaarde 1-1-2023 (x € 1.000) |
---|---|---|
Bouwkas Noord Ned. Gemeenten | -- | 0,1 |
Voormalig B.A. Beuningen | -- | 0,2 |
Borgstellingsfonds Maas & Waal | -- | 0,3 |
Leisurelands B.V. | 5.148 | 5,1 |
Vitens N.V. | 24.035 | 24,0 |
BNG B.V. | 14.040 | 30,9 |
Dar | 3.416 | 271,7 |
Totaal | 46.639 | 332,4 |