Financieringspositie
De financieringspositie geeft de financieringsbehoefte van de gemeente aan. We bepalen de behoefte door de som van de boekwaarde van activa te verminderen met de aangewende financieringsmiddelen in het eigen vermogen (reserves) en vreemd vermogen (opgenomen leningen en voorzieningen).
De primaire begroting van 2023 geeft als resultaat een financieringsoverschot per 1 januari van ± € 13,9 mln. Op basis van de meerjarenbegroting wordt eind 2026 een financieringsoverschot van ± € 6,2 mln verwacht.
Wij verwijzen hier verder naar hoofdstuk 4.3.2 Geprognosticeerde balans.
Financieringspositie (x € 1.000) | Boekwaarde 1-1-2023 | Boekwaarde 1-1-2024 | Boekwaarde 1-1-2025 | Boekwaarde 1-1-2026 | Boekwaarde 1-1-2027 | |
|---|---|---|---|---|---|---|
Vaste activa | 53.504 | 61.582 | 60.593 | 59.437 | 59.281 | |
Voorraden Grondexploitatie | 13.463 | 15.474 | 13.437 | 9.691 | 6.861 | |
Totaal vaste activa | A | 66.967 | 77.056 | 74.030 | 69.128 | 66.142 |
Financieringsmiddelen | ||||||
Reserves en voorzieningen | 26.264 | 27.000 | 28.166 | 31.788 | 37.157 | |
Langlopende leningen | 54.627 | 49.335 | 44.134 | 38.933 | 33.887 | |
Reserve grondexploitatie | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Totaal financieringsmiddelen | B | 80.891 | 76.335 | 72.300 | 70.722 | 71.044 |
Financieringsoverschot | B - A | 13.924 | 1.593 | 4.902 | ||
Financieringstekort | B - A | -721 | -1.730 |
Bovenstaande berekening is een momentopname. De feitelijke omvang van het financieringssaldo is onder meer afhankelijk van het daadwerkelijke verloop van de geplande investeringen en de dagelijkse ontvangsten en betalingen gedurende het jaar. In de loop van het jaar wordt de werkelijke financieringsbehoefte duidelijk.
Financiering (opgenomen geld O/G)
In het volgende overzicht zijn de aangegane leningen opgenomen. De stand is per 1 januari 2023 en x € 1.000 weergegeven.
Naam geldgever | Oorspr. | Aflossings- | Stortings- | Afloop- | Coupon- | Schuldrestant | Weging in |
|---|---|---|---|---|---|---|---|
hoofdsom | wijze | datum | datum | rente | 1-1-2023 | portefeuille | |
BNG | 2.269 | Lineair | 1-5-1997 | 1-5-2022 | 6,3200% | 0 | 0,00% |
BNG | 2.269 | Lineair | 3-7-1998 | 3-7-2023 | 6,8200% | 91 | 0,17% |
BNG | 3.857 | Lineair | 1-8-2000 | 1-8-2025 | 6,0250% | 463 | 0,85% |
NWB | 13.500 | Lineair | 2-5-2002 | 2-5-2027 | 5,5300% | 2.700 | 4,94% |
BNG | 15.000 | Lineair | 1-7-2003 | 1-7-2028 | 4,2890% | 3.600 | 6,59% |
NWB | 7.000 | Lineair | 16-12-2005 | 16-12-2030 | 3,6950% | 2.240 | 4,10% |
NWB | 13.000 | Lineair | 2-10-2006 | 2-10-2031 | 3,7850% | 4.680 | 8,57% |
BNG | 16.000 | Lineair | 2-8-2010 | 2-8-2035 | 3,9500% | 8.320 | 15,23% |
BNG | 20.000 | Lineair | 9-6-2011 | 9-6-2036 | 4,5600% | 11.200 | 20,50% |
BNG | 10.000 | Lineair | 19-6-2012 | 19-6-2027 | 2,6250% | 3.333 | 6,10% |
BNG | 20.000 | Lineair | 3-8-2020 | 3-8-2040 | 1,9240% | 18.000 | 32,95% |
Totaal | 122.895 | 54.627 | 100,00% |
Uitzettingen (U/G)
De gemeente heeft uitsluitend uit hoofde van de publieke taak een beperkt aantal leningen verstrekt. In 2023 gaat het om de in onderstaande tabel opgenomen leningen.
Risicogroep | Schuld per 1-1 | ||||
|---|---|---|---|---|---|
2023 | 2024 | 2025 | 2026 | 2027 | |
Leningen diverse verenigingen en stichtingen | 43 | 24 | 6 | 2 | 0 |
Blijversleningen | 125 | 125 | 125 | 125 | 125 |
Duurzaamheidsleningen | 345 | 345 | 345 | 345 | 345 |
Stimuleringsleningen+ | 550 | 550 | 550 | 550 | 550 |
Startersleningen | 1.500 | 1.500 | 1.500 | 1.500 | 1.500 |
Toekomstbestendig wonen | 250 | 250 | 250 | 250 | 250 |
Hypothecaire geldleningen ambtenaren | 1.014 | 1.014 | 1.014 | 1.014 | 1.014 |
Totaal | 3.827 | 3.808 | 3.790 | 3.786 | 3.784 |
Relatiebeheer/ Kasbeheer
De doelstelling van het kasbeheer is het zoveel mogelijk beperken van de dagelijkse kasoverschotten c.q. kastekorten. Dit gebeurt met inachtneming van het minimaliseren van de rentekosten en het maximaliseren van de rentebaten van de saldi op de diverse gemeentelijke rekeningen.
Het betalingsverkeer vindt in 2023 zo veel mogelijk plaats via de Bank Nederlandse Gemeenten (BNG). Dit gebeurt op basis van de financieringsovereenkomst voor een krediet- en depotarrangement en elektronisch betalingsverkeer. Op basis hiervan kunnen we beschikken over een direct opneembaar krediet tot een bedrag van € 7 mln via de rekening courant. Het percentage dat voor roodstand wordt berekend bedraagt het Euribor tarief + een opslag van 0,25%. De rekeningen bij de B.N.G. (hoofdrekening, belastingrekening, A.B.W. rekening en bevolkingsrekening) worden voor de bepaling van het totaal saldo automatisch vereffend. Daarnaast hebben we te maken met het verplichte bankieren bij de schatkist (schatkistbeleggen). Dit verplicht gemeenten om hun overtollige financiën onder te brengen bij het Rijk.
Naast het betalingsverkeer via de BNG vindt er nog beperkt betalingsverkeer plaats via de lokale Rabobank en de ING-bank.